Magteltje Gerrits Snijder
Magteltje Gerrits Snijder,
geb. op 27-06-1717 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 27-06-1717 te Huijsen,
1760-34:v.vader Gerrit Jacobsz Snijder,
, -
MAGTELTJE GERRITZ: SNIJDER
Huizen Koptienden (1760-34 1786-51):
1760-34: bij erfenis van haar VADER
- Gerrit Jacobsz Snijder 19 Spt 2 kop 3/16
1786-51: bij erfenis op
- op Pieter Willemsz Voorthuijzen 19 Spt 2 kop 3/16
-
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen; 05-07-1743: Magteltje Snijder, woont alhier, met Albert Hendrik Tekkelenburg, woont te Amsterdam, wegens de bruijt: f 15,-
-
Huizen-DTB-3B-Trouwen; 24-07-1743: Albert Hendriks Tikklenburgh, met Magteltje Snijder
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; Julij 1743: Maghteltje Snijder vertrokken naar Amsterdam met attestatie den 20-08-1743.- Vader:
Gerrit Jacobsz Snijder, zn. van Jacob Gerritsz Snijder en Machteltien Hendricks ,
geb. in 1695 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 27-10-1702 te Huijsen; Oud: 7 jaar; Vader Mennist en overleden,
Coopman en Reeder,
ovl. op 26-04-1759 te Huijsen,
begr. op 26-04-1759 te Huijsen; Impost f 30,-,
, -
GERRIT JACOBSZ SNIJDER
Huizen Koptienden (1715-40 1760-34):
1715-40: v. Gerbert Willemsz 2 Spt 3 cop
- v. Jan Jansz Jonge 5 cop
- Situatie: 3 Spt
1723-40: v. Gerrit Jacobsz 5 cop 1/4
- Situatie: 3 Spt 5 cop 1/4
1724-40: v. Gerbert Willemsz bij deling 4 Spt
- v. Lambert Killewigh 4 cop 3/8
t/m 1726-40: Situatie: 8 Spt 1 cop 5/8
1727-40: ER STAAT: 8 Spt 1 cop 3/8
1728-40: v. IJsaack Willemsz Spilt
- in compagnie Gerrit Jacobsz Snijder 7 cop 3/4
- Situatie: 9 Spt 1 cop 1/8
1730-40: v. Jan Lambertsz Prins 2 cop
- Situatie: 9 Spt 3 cop 1/8
1734-40: bij erfenis v. Jan Jansz Jonge 4 Spt 7 cop 1/4
- Situatie: 14 Spt 2 cop 3/8
1738-40: v. Jacob Wijchertsz Backer 1 cop 1/2
- v. Klaas Tijmen Klaas 1 cop 1/2
- v. Jan Jansz Boer 1 cop
- (= zoon van Jan Willemsz Boer)
- Situatie: 14 Spt 6 cop 3/8
1739-40: v. Jacob Wijgertsz 1/2
- v. Tijmen Hendricksz Velsen 2 cop
- Situatie: 15 Spt 7/8
1740-40: v. Rijck Hendricksz Kruijmert? 1 cop 3/4
- v. Hendrick Goossensz Net 1 cop 1/4
- Situatie: 15 Spt 3 cop 7/8
1741-40: v. Aart Cornelis Aertsz 1 cop
- v. Dirck Tijmensz Cos 1 cop 1/2
-- Situatie: 15 Spt 6 cop 3/8
1742-40: v. Lambert Lambertsz El: Prins 2 cop
- v. Jacob Harmensz Schram 1 cop 1/2
t/m 1748-40: Situatie: 16 Spt 1 cop 7/8
- Verkregen van onbekende 1 cop 11/16
1749-40: Situatie: 16 Spt 3 cop 9/16
- Verkregen van onbekende 1 kop
1750-40: Situatie: 16 Spt 4 cop 9/16
1751-33: v. Willem Dircksz den Ouden 3/8
- v. Jan Lambertsz Prins de Oude 3/4
- v. Jan Lambertsz Prinds de Jonge 1 cop 1/4
1652-34: Situatie: 16 Spt 6 cop 15/16
1753-34: v. Gijsbert (Gerbertsz) Rebel 6 cop 1/2
- Situatie: 17 Spt 5 cop 7/16
1754-34: v. Jan Aartsz vos 1 cop
- v. Pieter Zijmensz 3 cop 1/2
- v. Antonij Killewig 1 cop 1/2
- Situatie: 18 Spt 3 cop 7/16
1755-34: v. Lambert Tijmensz (Volckersz) 3 cop
t/m 1756-34: Situatie: 18 Spt 6 cop 7/16
-1756-35: v. Mijns Klaassen 3 cop 3/4
1758-34: Situatie: 19 Spt 2 cop 3/16
1760-34: bij erfenis op zijn dochter:
- op Magteltje Gerritz Snijder 19 Spt 2 cop 3/16
-
IJSAAK WILLEMSZ SPILT en GERRIT JACOBSZ SNIJDER IN COMPAGNIE
Huizen Koptienden (1723-37 1728-37):
1723-37: v. Hendrick Goossen Net 1 cop 1/2
- v. Dirck Pietersz Faassen 3 cop 5/8
- v. Gerbert Willemsz 4 cop 1/2
- v. Isaak (Willemsz) Spilt 3 cop 1/8
Situatie: 1 Spt 4 cop 3/4
1724-37: v. Claes Willemsz Boer 5 cop 5/8
- Situatie: 2 Spt 2 cop 3/8
1725-37: op Aart Tiedeman 3 cop
- Situatie: 1 Spt 7 cop 3/8
1728-37: op Gerrit Jacobsz Snijder 7 cop 3/4
- op IJsaack Willemsz Spilt 7 cop 5/8
-
Huizen-DTB-1A-Dopen; 27-10-1702: Gerrit out 7 jaren, v. Jacob Gerritsen (overleden, was Mennist), m. Machteltien Hendricks (Ger.)
-
ORA-184-3176; 25-05-1703: Akte van bewijs. Maghteltje Hendricks weduwe van wijlen Jacob Gerritsz Snijder ter eenre & Adriaen de Man, Pieter Gerritsz (Snijder) en Cornelis Willemsz (Evertsz) als voogden over het nagelaten kind genaamt Gerrit
Jacobs ter andere sijde; zijn overeengekomen: f 2.000 en diverse stukken land
-
ONA-3722A020; 23-07-1708: Testament Maghteltje Hendrickzs huijsvrouw van Gerbert Willemsz wonende tot Huijsen. Tot haar enige en universele erfgenamen benoemt zij haar twee kinderen, n.l. Gerrit Jacobsz en Nelletie Gerberts . Tot voogden over
haar minderjarige kinderen benoemt zij haar man Gerbert Willemsz en Gerbert Cornelisz Rebel. In presente van Fijtus Elbertsz Smit en Willem Jansz Ramacker
-
ORA-184-3216A017; 04-05-1714: Huwelijckscontract tusschen Gerrit Jacobsz jonghman toecomende bruijdegom geassisteert met Maghteltje Hendricks weduwe van Jacob Gerritsz Snijder sijn moeder mitsgaders Pieter Gerristz Snijder en Lambert Killewigh
schout, sijn vooghden ter eenre, en Jannetje Jans Jonge doghter toecomende bruijd geassisteert met haer vader Jan Jansz Jonge regerende buijrmeester alhier ter andere sijde. Inbreng bruijdegom: stukken land, f 2.000 en een obligate van f 150
t.l.v. Gerbert Willemsz; de bruijd brengt in: een huijs, stukken land, een lijfrente brief van f 500, twee obligaties van elk f 500 t.l.v. 't gemene land en f 1.300
-
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen; 06-05-1714; Gerrit Jacobsz en Jannetje Jans; f 12,-
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 06-05-1714; Gerrit Jacobs j.m. met Jannetje Jans de Jonge j.d. beijde van Huijsen
-
ORA-3216A022; 24-05-1714: Acte van bewijs. Maghteltje Hendricks laest weduwe van Gerbert Willemsz bewijst t.b.v. van hun kind genaemd Nelletje Gerberts, i.v.m. de wens van 1e comparant van een nieuw huwelijk, komt overeen met de voogden Claes
Willemsz Boer en Claes Lucasz Swart:
- Eerstelijk dat haer voorn. kind Nelletje Gerberts door 't afsterven van haer grootvader Willem Evertsz: veel land en f 1.461; nog eens veel land en f 3.258 en opvoeding. En aen haer voorsoon Gerrit Jacobsz bij sijn huwelijk enz.
-
Huizen-DTB-1A-Dopen;
-- 10-10-1715: Gerritje, Vader: Gerrit Jacobsz, Moeder: Jannetje Koetsier
--16-10-1718: Jacob; Vader: Gerrit Jacobsz, Moeder: Jannetje Koetsier
-
ORA-184-3177; 13-12-1715: Over de nagelaten kinderen van Gerrit Hendricksz Snijder geteelt bij Elbertje Tijmensz werden tot voogden gestelt Ysack Willemsz Spil en Gerrit Jacobsz Snijder
-
ORA-184-3177; 05-06-1722: Aan de Ed: Agtbare Geregte des dorps Huijzen
Geven met behoorlijk respect te kennen de onderges crediteuren van Lambert Killewig, dat de gem: Killewig zig uijt desen dorpe Huijsen, met sijn vrouw, en huijsgezin heeft geritereert, met hem nemende genoegsaam alle zijne doederen, en is gaan
wonen binnen de Stad Vianen en dewijle denselve Killewig zig heeft gedeclareerd sijn boedel en goederen die door hem nog zijn overgelaten ten behoeve van zijn crediteuren te abandonneren, en dat het oversulx van de uijtterste noodsaekelijkheijt
zal zijn dat imand werde gequalificeert tot redding van de voorz overgelaten goederen met magt omme dezelve re gelde te maken, soo keeren de Supplianten henlieden tot Uw Ed Agtb: versoekende dat Uw Ed: Agtb tot het geene voorz is, gelieve aan
te stellen Jacob Tijmensz, Ysaak Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder met de magt om de de onroerende goederen soo van huijzen, Landerijen, Lijffpagt, mitsgaders de verdere goederen te verkopen, transporterenende over te dragen, en de vorderlijke
inschulden te ontfangen, en daar van quitantie te geven, en voorts met sodanige magt als deselve ter verrigtinge en uijtvoeringe van de voorz Commissie sullen nodig hebben, en haar daar van te verlenen acte in forma (onderstont) dit doende @
(was getekent) enz.
-
ORA-184-3198A284; 20-11-1722: Poulus Tiedeman, Jacob Tijmensz en IJsak Willemsz Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder alle aangesteld als curateurs van de solvente boedel van Lambert Killewigh volgens de acte van 05-06-1722, verkochten aan Gijsbert
Tijmensz eerstelijk 1 / schepel land gelegen boven in het Langeweijn belendende Jannetje Wit ten zuiden en Dirk Pietersz te noorden alsmede 5 schepel land genaamd Brouwer gelegen aan de Laarderweg belendende Jacob Wijchertsz ten oosten voor f
261:10:-
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 07-07-1723: aangenomen op Belijdenis: Gerrit Jacobsz Snijer en Jannetje Jans de Jong; echteluijden
-
ORA-184-3217A020; 07-04-1724: Gerrit (Swaningh) Vos weduwenaar van wijlen Maghteltje Hendriks, wonende alhier, te kennen gevende dat hij gedurende zijn huwelijk heeft genegotieert in kaars garen en kattoen garen, seijlrollen als andersints met
diverse personen soo binnen de Stad Amsterdam als andere plaatsen, verklaarde dat alle nog te innen penningen uijt voorn negotie geheel competeren aan Gerrit Jacobsz Snijder mitsgaders Claas Willemsz Boer en Claas de Swart beijde voogden over
Nelletje Gerberts, welke Nelletje Gerberts en de voorn: Gerrit Jacobsz Snijder, dogter en soon en universele erfgenamen sijnde van wijlen Magteltje Hendriks
-
ORA-184-3177; 16-06-1724: Tot voogden over de minderjarige kinderen van Annetje Meijnsz geprocreeert bij Gerbert Jansz Backer, gestelt Aart Geeritsz Coppen, en Gerrit Jacobsz Snijder
-
ORA-184-3231; 25-04-1727: Compareerden voor Hendrik van Weerland, schout mitsgaders Gerrit Jacobsz Snijder, en Cornelis Wijgertsz Backer schepenen in Huijsen, Cornelis Hendricksz de Kapper, en bekende schuldig te wesen aan Willem Willemsz Doorn
een som van f 150; als borg een huijs met erf gelegen binnen dese dorpe, belent Jan Vergoes ten westen en Hendrik Claas Herder ten suijden
Betaald door/aan Lambert Huijbertsen
-
ONA-3731A009; 11-06-1728: Procuratie Gerritje Cornelis weduwe van Jan Jansz Jonge in leven Coopman en reeder alhier, maakt machtig Gerrit Jacobsz Snijder, Coopman en reeder mede woonagtig alhier om de penningen te ontvange voor huijshuijr,
landhuijr, inetresten van obligaties. Gepasseert in Huijsen in presente van Hendrick Gerrit Louwe en Jacob Albertsz
-
ORA-184-3178; 29-04-1729: Aart Gerritsz Coppen en Gerrit Jacobsz Snijder in qualt als voogdenover de minderjarige nagelaten kinderen van Annetje Meijns in huwelijk verwekt bij Gerbert Jansz Bakker geauthoriseert omme gedurende de
minderjarigheijt van deselve kinderen, aan de voorn. Gerbert Jansz Bakker tot beter alimentatie van sijn voorn kinderen voortaan Jaarlijks uijt te keeren de intereste en vrugte van de goederen welke aan de meervoornoemde kinderen sijn opgekomen
door 't overlijden van Teuntje Hendriks in Leven huijsvrouw van Cornelis Aartsz en t'geene de voorn: voogden albereijds en zedert enige tijd weegens de voorz vrugte aan de gemelde Gerbert Jansz Bakker hebben uijtgekeert, verklaare haar Agtb:
goed te keuren en te approberen
-
ONA-3731A095; 21-09-1731: Testament Gerritje Cornelis weduwe van en boedelhoudster van wijlen Jan Jansz Jonge in leven Buijrmeester van den dorpe Huijsen, wonende tot Huijsen, institueert tot enige erfgenaam haar enige dochter en kind verwekt
bij haar overleden man Jan Jansz Jonge, genaamt Jannetje Jans de Jonge getrouwt met Gerrit Jacobsz Snijder. Getuigen Hendrik Gerrit Louwen en Jacob Albertsz
-
ORA-184-3178; 10-10-1732: Akte van bewijs. eerstelijk Bijtje Gerrits weduwe van wijlen IJsak Volkersz ter eenre, en Gerrit Jacobsz Snijder en Gerrit Willemsz als voogden over het minderjarige nagelaten kinderen, alle wonende Huijsen, zijn
overeengekomen: f 100 en opvoeding
-
ORA-184-3200A016; 27-03-1733: Huijbert Adriaansz Kleijn veerschipper van Huijsen op Amsterdam verklaart schuldig te zijn aan Gerrit Jacobsz Snijder oud-buurmr. van Huijsen een som van f 1.200 en belooft deze in 12 jaar terug te betalen daarvoor
verbindende zijn nieuw uitgebracht schip lang over steven 58? voeten en wijt over zijn uijtwatering 15 voeten, met al zijn zijlen en gereedschappen daartoe recent behorende en namaals bij gevonden werdende, zijnde 't voornoemde schip gemaakt
zijnde door Arij van Os wonende op t' realen eijland tot Amsterdam, bij hem comparant althans in het voorn. veer gebruijkt werdende enz.
Den 21 Junij 1737 heeft Gerrit Jacobsz Snijder verklaart dat hij voor enige tijd geleden van Huijbert Adriaansz Kleijn in minderinge van de bovenstaande schepenenkennisse te sijne lasten heeft ontvangen een somma van f 300.
En wijders heden uijt hande van curateurs van de geabandonneerde boedel van de voorn Huijbert Adriaansz Kleijn een somma van f 900 met de verloopen intreste tot 12 maart 1737 en over Julie van capitaal en intreste betaald te zijn consenteerende
mitsdien in 't royeere van de voorn. scheepenenkennisse actum bij hem getekend ten dage als boven. (Handt. Gerrit Jansz Snijder)
-
ONA-3732A064; 12-06-1733: Huwelijkse voorwaarden tussen Pieter Claasz Goijer (brengt in f 200,-) weduwnaar van Annetje Hendriks Louwen bruijdegom geassisteert met sijn vader Claas Pietersz Goijers (geeft mede f 300,-) ter eenre, en Gerritje
Claas (brengt in f 50,-) jonge dochter bruijd geassisteert met Ysak Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder hare voogden ter andere sijde, alle wonende binnen Huijsen
-
ORA-184-3218A091; 23-06-1733: Hendrik Gerritsz Louwen (62) wonende alhier verklaardeter requisitie van Hendrik van Weerland schout, dat ten tijde dat Gerrit Crijnen Coetsier nog in Leven bevonden en eijgenaar was van het huijs en erve van de
requirant staande binnen dit Dorp, alwaar met haar huijs en erve ten suijden van het voorgemelde gelegen is Gerritje Cornelis nu weduwe van Jan Jansz Jonge, ook ten tijd wanneer Arnoldus Spil eijgenaar en bewoonder was van het gesegde huijs van
de requirant, dat er aan de suijdmuur van het huijs van de requirant altijd een hoenderloop gemaakt van latten was. Op 19-03-1733 door Gerrit Jacobsz Snijder in weerwil van de requirant is afgebroken en weggeslagen.
.. in persoon heeft bevonden Jan Jansz Jonge, waarvan de dogter getrouwt is met de voorsz. Gerrit Jacobsz Snijder, en welke Jan Jansz Jonge doenmaals eijgenaar was van het huijs (nu behorende desselfs weduwe) staande ten suijden van het huijs
van de requirant.
Mede compareerden Tijmen van Duijne meester Timmerman en Jan Melsz Boor meester Timmerman
-
ORA-184-3178; 17-09-1734: Akte van bewijs. Eerstelijk Gerbert Jansz Bakker weduwnaar van Annetje Meijns ter eenre, en Gerrit Jacobsz Snijder en Pieter Melz Boor als voogden over Gerrit Gerberds Bakker minderjarige nagelaten soon van wijlen de
voorn Annetje Meijnsz in huwelijk geprocre-eert bij eerste comparant, alvorens een 2e huwelijk aan te gaan, zijn overeengekomen: 1/4 van 4 schepel boulanr met de beijeschans daar in gelegen, leggende boven Anx en Hoogje belent Aart Gerritsz
Coppen ten noorden en Gijsbert Jacobsz Glijn ten suijden, waarvan de overige 3/4 portie het voorn kind selfs is competerende. 1/4 portie in een huijs en erve binnen dese dorpe, belent Cornelis Boes de Jonge ten Noorden en de Weduwe Gerrit
Hendriksz Boom ten suijden, en laastelijk sijn beste seijleweevers getouw
-
SAGV155.2-ORA-3240-blz. 370; 09-07-1736: Gerrit Jacobsz Snijder als in huwelijk hebbende Jannetje Jonge eenige en universeele erffgenaem van Jan Jansz Jonge, en die qualiteit eijsser CONTRA Pieter Tijmensz Minjeur principael en Willempje
Willems weduwe van Jan Tijmensz Minjeuer en Tijmen Jansz Minjeur borge; betaling van f 250,- volgens obligatie d.d. 24-05-1710
-
SAGV155.2-ORA-3240-blz. 370; 09-07-1736: Gerrit Jacobsz Snijder als in huwelijk hebbende Jannetje Jonge eenige en universeele erffgenaem van Jan Jansz Jonge, en die qualiteit eijsser CONTRA Pieter Tijmensz Minjeur principael en Willempje
Willems weduwe van Jan Tijmensz Minjeuer en Tijmen Jansz Minjeur borge; betaling van f 250,- volgens obligatie d.d. 24-05-1710
-
ORA-184-3178; 27-03-1737: Nademaal Huijberts Adriaansz Kleijn veerschipper van hier op Amsterdam, en alhier woonagtig voor schepenen deses dorps Huijsen verklaard heeft sijn boedel te abandonneere ten profijte van sijn Gemeene Crediteuren, soo
hebben schepenen voornoemt tot Curateurs over den voorn insolvente en geabandonneerde boedel van de voorn Huijbert Adriaans Kleijn bij dese gestelt en Gecommitteert Gerrit Jacobsz Snijder en Cornelis Wijgertsz Bakker, inventariseren en
publiekelijk te doen verkopen
-
ORA-184-3200A230; 26-04-1737: Gerrit Jacobsz Snijder en Cornelis Wijchertsz Backer curateurs per acte d.d. 27-03-1737 over de geabandonneerde boedel van Huijbert Adriaansz Kleijn verklaarden verkocht te hebben een huis aan Hendrik Jacobsz
Snijder voor f 760
-
ORA-184-3178; 13-06-1737: Extraordinaire regtdag van preferentie en concurrentie over de geabandonneerde boedel van Huijbert Adriaansz Kleijn. Gerrit Jacobsz Snijder (curateur) eischer CONTRA crediteuren van de boedel. Den Eijscher concludeert
regt van prederentie voor alle Crediteuren op de penningen geprocedeert van het vercogte schip en toebehoren en verdere goederen van de boedel met een Capitaal reste groot f 900,- volgens schepenkennisse alhier op Huijsen op de 27-03-1733
gepasseert, nevens een jaar en 17 dage intrest a f pct daar op tot de 27 maart deses jaar verschenen belopende f 37:10 voor welk Capitaal en intrests het voorn schip en toebehoren speciaal is verbonden
Volgt 10 bladzijden van namen van crediteuren wonende verspreid over Holland en in Huijsen:
-
ORA-184-3179; 22-09-1741: Regtdag over insolvente boedel van Dirk Meeuwis en Marritje Geurtsz
Gerrit Jacobsz Snijder als in huijwelijk hebbende Jannetje Jans de Jonge en in die qualiteit het regt hebbende tot seeckere schepenen kennisse groot per este f 500 ten laste van Dirk Meeuwisz den 19-09-1726 alhier gepasseert
-
SAGV155.2-ORA-3241-blz. 80; 23-12-1743: Gerrit Jacobsz Snijder woonagtig tot Huijzen als erfgenaam uijt hoofde van zijn huijsvrouw Jannetje Jans, van zijn schoonmoeder wijlen Gerritje Cornelis in leven weduwe Jan Jansz de Jonge eijsser CONTRA
Pieter Cornelisz Soon gedaagde; betreft betaling van f 1.000,-
-
Huizen-DTB-3B-Trouwen; 03-09-1749: Een betoog verleend aan Gerrit Jacobsz Snijder, wed. van Jannetje Jans de Jonge van Huijsen, met Trijntje van Havik, wed. Barent Benthem van Amsterdam om daar te trouwen
-
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen; 22-09-1749 ?; Gerrit Jacobsz Snijder met Trijntje van Herik te Amsterdam; wegens de bruijdegom ontf. f 30,-
-
ORA-184-3220; 23-02-1753: Rekening en verdeling van de boedel van Geertje Cornelis in leeven wed: van Jacob Hendriksz Snijder overleeden binnen deesen dorpe. Blijft te verdelen over f 2213:2:2. Compareerden:
- de sonen Cornelis Jacobsz Snijder, Gerrit Jacobsz Snijder, Tijmen Jacobsz Snijder, Jan Jacobsz Snijder alsmede Jacob Mijns in huwelijk hebbende de dogter Annetje Jacobs Snijder, voorts Willem Arisz Rebel en Andries Brummel als voogden over de
vier (4) minderj. nagelaten kinderen van wijlen de soon Hendrik Jacobsz Snijder in huwelijk verwekt aan Jannetje Jans Prins, en laastelijk Jacob Jansz Prins en Hendrik Klaasz Visser als voogden het minderj. nagelaten kind van wijlen de dogter
Jannetje Jacobs Snijder in huwelijk verwekt door Cornelis Jacobsz Metselaar, En oversulks de eenige en uniiversele erfgenamen van beijde wijlen Jacob Hendriksz Snijder en Geertje Cornelis in leven egtelieden en gewoond hebbende binnen dese
dorpe; ider 1/7 portie
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 26-04-1759: Gerrit Jacobsz Snijder; f 30-,
tr. (2)
met Trijntje Havik ( Herik) van,
tr. (1) op 06-05-1714 te Huijsen; Impost f 12,-.
- Moeder:
Jannetien Jans Jonge alias Koets, dr. van Jan Jansz Jonge alias Koetsier en Gerritje Cornelis ,
geb. op 01-02-1693 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 01-02-1693 te Huijsen,
ovl. op 16-11-1746 te Huijsen,
begr. op 16-11-1746 te Huijsen; Impost f 30,-,
, -
ORA-184-3216A017;04-05-1714: Huw.v.w.
-
Huizen-DTB-1A-Dopen;
-- 10-10-1715: Gerritje, Vader: Gerrit Jacobsz, Moeder: Jannetje Koetsier
--16-10-1718: Jacob; Vader: Gerrit Jacobsz, Moeder: Jannetje Koetsier
-
ONA-3731A095; 21-09-1731: Testament moeder
-
ONA-1843218A091; 23-06-1733
-
SAGV155.2-ORA-3240-blz. 370; 09-07-1736: Gerrit Jacobsz Snijder als in huwelijk hebbende Jannetje Jonge eenige en universeele erffgenaem van Jan Jansz Jonge, en die qualiteit eijsser CONTRA Pieter Tijmensz Minjeur principael en Willempje
Willems weduwe van Jan Tijmensz Minjeuer en Tijmen Jansz Minjeur borge; betaling van f 250,- volgens obligatie d.d. 24-05-1710
-
SAGV155.2-ORA-3241-blz. 80; 23-12-1743: Gerrit Jacobsz Snijder woonagtig tot Huijzen als erfgenaam uijt hoofde van zijn huijsvrouw Jannetje Jans, van zijn schoonmoeder wijlen Gerritje Cornelis in leven weduwe Jan Jansz de Jonge eijsser CONTRA
Pieter Cornelisz Soon gedaagde; betreft betaling van f 1.000,-.
tr. op 24-07-1743 te Huijsen; Impost 05-07-1743 bruijd: f 15,-
met
Albert Hendricksz Tekkelenburgh,
geb. te wonende Amsterdam
>